zondag 13 november 2011

Pensioenen en kinderen één groot piramidespel

Vroeger waren kinderen een oudedagsvoorziening, zonen voor het geld, dochteren voor de zorg op je oude dag. Had je (vrijwillig of gedwongen) geen kinderen dan moest je heel veel sparen zodat je later zorg (andermans kinderen) kon inkopen, dat kon ook wel want kinderen waren een forse investering, die voor kinderlozen kwam te vervallen. Het enige alternatief was een klooster...
Mede door de invoering van de AOW kon de last van het krijgen en grootbrengen van kinderen op anderen worden afgeschoven.
Het leven is altijd een piramidespel geweest waarbij een wissel getrokken wordt op de volgende generatie(s) daar is niets aan veranderd door de verzorgingsstaat, die heeft dat alleen verhuld.
Toen de AOW werd ingevoerd had nog niemand premie betaald, logisch dus dat de premiebetalenden opdraaien voor de kosten, wanneer zou dat veranderd moeten zijn?
Niet de vergrijzing maar de ontgroening is er de oorzaak van dat de AOW onbetaalbaar wordt. Het zou dus een faire oplossing zijn om de AOW afhankelijk te stellen van de bijdrage die de eigen kinderen aan de maatschappij leveren, zodat weer duidelijk wordt dat kinderen en hun opvoeding een investering zijn.
Zeer kleine gezinnen gesticht met het idee dat dan de kinderen de best mogelijke kansen krijgen, gaan voorbij aan het feit dat het helemaal niet om de kinderen en hun ontwikkeling gaat, maar om het instandhouden van de groei die de enige zekerheid voor een prettige oudedag zijn.
Piramidespelen en kettingbrieven werken altijd het best voor de bedenkers en de eerste inleggers. Zodra er geen nieuwe deelnemers meer bijkomen, stort de piramide in elkaar en zitten de meeste deelnemers (de onderste brede lagen van de piramide) met het verlies van hun inleg.

De definitie van een piramidespel luidt:
Onder het piramidespel wordt verstaan een gelegenheid waarbij deelnemers een goed afgeven of een verplichting aangaan teneinde daaruit een voordeel te verwerven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de afgifte van een goed of het aangaan van een verplichting door latere deelnemers.

need I say more?