zondag 13 november 2011

De schaal van Ergte

Hoe ernstig iets is kun je aflezen uit het aantal vierkante centimeters en de pagina waarop erover wordt gepubliceerd.
Hele ernstige dingen staan groot op de voorpagina, minder ernstige dingen komen kleiner en later in de krant aan bod.
Ook speelt de tijd een rol, naarmate iets langer geleden is worden zaken minder erg.
Een en ander is samen te vatten in een wiskundige vergelijking:


Hierin is E de ergte (bij voorbeeld in vierkante centimeters krantenkop)
A het aantal (gewone) Nederlanders dat erbij betrokken is
x is de mate van gewoon
d de afstand tot Nederland (randstad) (groter dan 0)
t de tijd in uren (groter dan 0)

Je kunt dus de ernst opblazen of onderdrukken door te manipuleren met “gewoon”.
Betreft het allochtone Nederlanders dan is het minder ernstig, als het gaat om criminelen of gestoorden dan is dat ook reden om de ernst lager in te schalen. (x < 1) Andersom werkt het als het een bekende Nederlander of journalist betreft (x > 1)
Een dode Fries of Limburger is minder waard dan een dode Amsterdammer, door de afstand én door de lage mate van gewoonheid.

We vergelijken een Bekende Nederlander (Theo van Gogh, Pim Fortuin stel x = 2 en d =1)
met een onbekende Limburger in Afghanistan (x = 0,5 en d = 10.000)
onmiddellijk na de gebeurtenis (t = 1) geldt voor de eerste
0,48 wat neerkomt op 50%, paginavullend op de voorpagina.
de tweede komt uit op -3,8 en zal dus de voorpagina niet halen.
Pas na 3 dagen zullen de BN-ers van de voorpagina verdwenen zijn en pas na ruim een jaar is men erover uitgepraat.

Op televisie kun je dus gebruik maken van het feit dat je er in de tijd erg dicht op zit (Twin Towers, lady Diana, Fortuin, van Gogh) en vrijwel direct na de gebeurtenis live ter plekke te zijn. Het mooiste moment voor een aanslag is dus op live TV.

Terroristen zouden dus om maximaal angst aan te jagen het beste een bekende Nederlander bijna live moeten vermoorden, dat is met Fortuin en van Gogh prima gelukt. Ook een paar duizend gewone New Yorkers tikt lekker aan. dat er in Irak al net zoveel of meer Amerikanen gesneuveld zijn merk je nauwelijks. Want dat is ver weg en één voor één, en “gelukkig” zijn de meeste zwart.